De allereerste club die wij wilden bezoeken is Hallam FC. De primaire doelstelling van ons project is natuurlijk het bezichtigen van de stadions van de 160 voetbalclubs op het hoogste niveau. Uiteraard mag voetbaltempel Wembley niet ontbreken, maar ook Sheffield FC (door de Fifa erkend als oudste voetbalclub ter wereld) en Hallam FC mogen op dat lijstje niet ontbreken. Uiteindelijk komen we daarom op 163 stadions.
Hoewel “stadion” in het geval van Hallam FC wat optimistisch is, want eigenlijk mag het die naam niet voeren. Toch stond het als een spreekwoordelijke paal boven water dat we onze tocht hier zouden beginnen, ondanks het feit dat ze slechts uitkomen in de Toolstation Northern Counties East Football League. Ze zullen dus nog de nodige keren moeten promoveren om voor ons project in aanmerking te mogen komen. Dat we gedrieën toch heel erg uitkeken naar dit bezoek heeft vooral te maken met het feit dat het hier in 1860 allemaal begon met een wedstrijd tussen Sheffield FC en Hallam FC. In eerdere blogs heb ik hier al iets over geschreven, dus ik zal die wedstrijd voor nu even laten rusten, maar dit moest gewoon het beginpunt van ons project zijn.
Sandygate, The oldest football ground in the world
Vol spanning reden we een redelijk sjieke buitenwijk van Sheffield in. De bordjes “Hallam FC” met een afbeelding van een voetbal erachter, wezen ons vrolijk de juiste richting op. Waar je normaal gesproken nog wel eens de lichtmasten van een stadion in de verte ziet opdoemen, herkenden we dit keer de omgeving door Google Maps en een afbeelding van een kerkje in de VI-voetbalgids. We reden de ruime parkeerplaats met 8 parkeerplaatsen op, waarvan de helft voor het bestuur van Hallam FC bestemd was. Sandygate, door het Guinness Book of Records erkend als oudste stadion ter wereld, was bereikt. Vol verwachting keken we naar oude muur om het veld heen, af en toe voorzien van een minstens zo oude, vergane deur. De hoofdingang bestond uit een metalen hek, met daarachter een ouderwetse “pay booth”. Uiteraard afgesloten op deze doordeweekse donderdagmiddag.
Door het hek; het heilige gras van Hallam
De Pay Booth
De achterkant van de staantribunes zag er ook wat vervallen uit. Vlak voordat deze overging in de bemuurde omheining zagen we nog een houten hek, waar een gemiddelde koe in een polderweiland nog niet enthousiast van zou worden. Door de verweerde planken heen, zagen we wel mannetjes in het wit heen en weer hollen op een groene grasmat, dus het leek ons logisch dat wij ergens naar binnen zouden moeten kunnen. Nadat onze huisfotograaf Sebastiaan wat foto’s van de ingang gemaakt had, besloten we de muur te volgen. We kwamen langs een pub, langs een bushalte en langs een kerk, maar helaas nog geen ingang. Nadat we letterlijk het hoekje omgingen, zagen we een kleine groene deur op een kier. Een klein duwtje en we liepen via een veredeld tuinpad richting de groene weide.
Het voordeel van een schuin veld is dat de bal in ieder geval lekker blijft rollen
Een gelukzalig gevoel bekroop ons. In de verte zagen we de hoofdtribune, waarbij meteen opviel dat het veld aan de rechterkant een stuk lager lag dan aan de linkerkant. Daarvoor lag het heilige gras: hoe nostalgisch! Het leek alsof het voetbalveld aan het solliciteren was om in het vervolg dienst te gaan doen als golfslagbad. Waarschijnlijk zou de grasmat nog aangenomen worden ook. Bergbeklimmers planten een vlag op het hoogste punt. Dat hebben ze bij Hallam FC ook gedaan. De cornervlaggen liggen gemiddeld een meter hoger dan de penaltystip.
Het ‘hoogtepunt’, de cornerhoek
Rechts van het veld was een cricket-ruimte en op de open vlakte voor het veld waren de witte mannetjes ook bezig met allerlei cricket-trainingen. We kregen wat meewarige blikken, terwijl het glooiende terrein op liepen, maar niemand sprak ons aan. Blijkbaar waren ze gewend aan Hollandse groundhoppers. Terwijl we steeds dichter bij het veld kwamen, maakte we van alles een foto. Het was ook zo heerlijk om daar rond te lopen. Op de overdekte staantribunes aan de linkerkant lagen nog wat lege blikjes, terwijl een verdwaalde Hallam FC-vlag verdwaasd wapperend met de wind speelde.
De ’terraces’
De hoofdtribune en dug-out
Huisfotograaf Sebastiaan
De hoofdtribune zag er eigenlijk best prima uit en je kon zelfs je benen redelijk kwijt, maar toch kon je aan alles merken dat dit inderdaad geen profclub was. De club is er ook trots op dat ze na al die jaren nog steeds een amateurclub zijn. Aan de achterkant van de tribunes lagen kapotte buizen en leidingen opgestapeld en zagen we ook weer een hek, wat linea recta uitkwam op een straat midden in de woonwijk.
Duidelijke instructies hoe je te gedragen als supporter van het nette Hallam FC
Gelukkig konden we op ons gemak foto’s maken van de middenstip en natuurlijk de eerste foto maken met de zelfontspanner en voorzien van gelamineerde A4tjes met het opschrift #1, als zijnde het eerste stadion van de 163 die we willen bezoeken. Een heuglijk moment natuurlijk, waarbij we elkaar voldaan aankeken. Het weekend leek nu al geslaagd. En dit was nog maar het begin. Inmiddels waren de witte mannetjes begonnen met sprintjes trekken, waarbij de tijden werden opgemeten. Aangezien we daar nog steeds rondliepen en ze aan elkaar vroegen wat we in hemelsnaam aan het doen waren, besloot ik hen maar even geruststellend toe te spreken: “we’re just some Dutch football fans, visiting this stadium”. Ik geloof niet dat er enige waardering ontstond over ons prachtige project. Ik kreeg eerder het gevoel dat ze hun witte pakjes wilde afstaan, zodat we minder zouden opvallen in een gesloten inrichting. Desalniettemin hadden we enorm genoten van ons eerste bezoek en keken we al weer reikhalzend uit naar onze tweede stop.
#1, nog 162 te gaan!