Engels voetbal is populair. Netflix is populair. Zet een serie over Engels voetbal op Netflix en je hebt een kijkcijferhit! “Sunderland ’til I die” geeft ons een uniek inkijkje achter de schermen van een grote club. Aan het eind van het seizoen 2016/2017 is de club gedegradeerd uit de Premier League. Er wordt besloten om een documentaire te maken, om de club te volgen in de loodzware Championship, waarbij promotie terug naar het hoogste niveau centraal staat. Niemand kon bevroedden dat het grote Sunderland voor het tweede jaar op rij zou degraderen; een ramp voor de club, maar een zegen voor de serie. En wij waren in dat jaar op bezoek in het Stadium of Light.
Op het moment van ons bezoek zag het er niet florissant uit voor Sunderland, maar er waren zeker nog kansen om promotie te ontlopen. Met nog zeven wedstrijden te gaan en een achterstand van vijf punten zou je mogen verwachten dat de Black Cats voor elke bal zouden strijden. Wat we echter zagen was een weerloos Sunderland, die individueel gezien fout op fout stapelde en totaal niet de indruk gaf boven de gevreesde degradatiestreep te willen eindigen. Na een uur spelen kwam Sheffield Wednesday met 0-1 voor. Publiekslieveling George Honeyman kon deze klap twee minuten later verwerken door de bal binnen te koppen, maar de 1-2 in de 68e minuut kwamen ze niet meer te boven. Hardwerkende, maar beperkte spits Nuhiu bracht een kwartier voor tijd de 1-3 eindstand op het scorebord. Omdat de directe concurrenten Barnsley en Burton wel wonnen, werd de situatie van Sunderland slechter en slechter. Uiteindelijk zou Sunderland 24e en laatste worden met 6 punten achter de veilige 21e plek.
Ondanks het gemor op de tribunes, heerste er toch een ontspannen, gelaten sfeer. Alsof de fans niet kunnen geloven dat hun club wederom gaat degraderen en er vanuit gaan dat het allemaal nog wel goed komt. Maar dat kwam het dus niet. Wij genoten met volle teugen van het stadion, de ambiance en het feit dat we droog zaten, want op weg naar het stadion liepen we in de stromende regen en keiharde wind over de brug richting het Stadium of Light; heerlijk Engels! En van de prijzen in de clubshop werden we nog vrolijker. Slechts vijf pond voor het thuisshirt van dat seizoen! Dat mag je niet laten hangen!
Stadion Tour
De dag ervoor hadden we al een tour gekregen door het indrukwekkende Stadium of Light. Ondanks de vele nieuwe stadions die de laatste decennia uit de grond worden gestampt, staat het stadion van Sunderland nog altijd in de top 10 van grootste stadions van Engeland. Wat vooral opvalt bij binnenkomst is de grandeur; alles ziet er zo sjiek en gelikt uit. Het bekende Roker Park werd in 1997 ingeruild voor het Stadium of Light. De naam zorgde meteen voor wat kritiek, vanwege de gelijke benaming met Benfica’s Estádio da Luz. Ondanks het weerwoord van toenmalig voorzitter Bob Murray (“De naam van het stadion van Benfica heeft niets niets te maken met light, maar met de naam van de streek Luz”), is er anno 2018 nog altijd weinig affiniteit met de naam van het stadion en wordt er al langere tijd gesproken over een naamswijziging. Persoonlijk vind ik het wel mooi dat er gekozen is voor deze naam, als eerbetoon aan de koolmijn Monkwearmouth Colliery die op deze plek operationeel was. Sowieso is de club wel sterk verbonden met de achterban en de streek, getuige ook het logo, de mijn-attributen en de diverse standbeelden buiten het stadion.
We werden rondgeleid door een zeer rustig sprekende man, die alle tijd nam om de aanwezigen te voorzien van informatie. Zoals het ook bij een goede tour hoort, kwamen we overal: kleedkamers, dakterras, perslounge, dug-outs, business-lounge, langs de prijzenkast en uiteraard op de tribunes en langs het veld.
Bij thuiswedstrijden in de Rotterdamse Kuip hangt er vaak een spandoek met het logo van Feyenoord en Sunderland en de tekst “Mackems”. Ook bij Sunderland hangt hetzelfde spandoek. Oorspronkelijk was “Mackem” een scheldwoord dat werd gebruikt door de inwoners van het nabijgelegen Newcastle, maar inmiddels als geuzennaam geadopteerd door de inwoners van Sunderland. Het is echter nog steeds niet geheel duidelijk waar de naam vandaan komt. Een veel gehoorde uitleg is dat Mackem is afgeleid van “We mak’em and we tak’em”, een uitdrukking waarmee Sunderlanders de trots op hun scheepsbouwindustrie verwoorden. In het rivaliserende Newcastle zeggen ze dat het komt van “We mak’em and they tak’em.”, oftewel: in Sunderland bouwt men de schepen en anderen worden er vervolgens rijk mee. Een andere gerelateerde verklaring van de oorsprong van dit woord ligt in het feit dat er in de scheepsindustrie op twee manieren geld was te verdienen: overdag schepen bouwen en ’s nachts van diezelfde schepen stelen: “they mak’em THEN tak’em.” Een andere etymologische reden is dat het puur te maken heeft met het verschil in accent. Waar ze in Newcastle fonetisch “maek and taek” (make and take) zeggen, spreken ze het in Sunderland uit als “mak and tak”, vandaar “Mackems”.
Mede vanwege de bevriende supportersband met ons Feyenoord, de historie, het mooie stadion en de waanzinnig interessante Netflix serie, is het bezoek aan het Stadium of Light echt een succes geworden. Het moet raar lopen willen we hier niet een keer voor de tweede keer een wedstrijd bezoeken. Hopelijk in betere sportieve (en dus financiële) tijden dan tijdens ons eerste bezoek, want zoals onze tourgids aan het einde van de tour antwoordde op de vraag wat een dubbele degradatie voor Sunderland zou betekenen: “it will be a disaster; for the club, for the fans and for the city.”
#46 Stadium of Light, Sunderland AFC, check!