Chesterfield: de naam komt zelden als eerste naar boven wanneer je denkt aan een Engelse voetbalclub, want de plaatselijke voetbalclub speelt eigenlijk altijd een marginale rol in het Engelse voetbal, op een halve finale van de FA Cup in 1997 na. Een halve finale die ze overigens niet hadden mogen verliezen, want een goal werd ten onrechte afgekeurd, omdat de bal niet over de lijn gegaan zou zijn. Videobeelden toonden echter aan dat de bal wel degelijk over de lijn was. Als die goal was goedgekeurd, zou het voor de eerste keer in de geschiedenis zijn dat een derdeklasser de finale haalde.
Het werd echter Middlesbrough die de finale haalde. Maar verder denk je bij Chesterfield eigenlijk al snel aan de meubelfabrikant en het sigarettenmerk. Op voorhand sprak deze club ons dus nauwelijks tot de verbeelding. Toch is deze club de op drie na oudste voetbalclub in de Football League. Alleen Notts County, Nottingham Forest en Stoke City zijn ouder. Dus een mooie gelegenheid om eens wat meer van deze club te weten te komen.
De grootste rivaal is Mansfield Town, die we diezelfde ochtend al hadden bezocht. (lees hier het blog over Manfield town). Chesterfield speelt echter een divisie hoger en ook qua stadion kon je dat wel merken. Na een rondje om een bijzondere kerk in Chesterfield, kwamen we aan bij het stadion. Los van de veelal dure auto’s op de parkeerplaats deed ook de receptie meer aan als luxe kantoor, dan als ontvangstruimte van een voetbalclub. De persoon die ons zou rondleiden liet niet lang op zich wachten. Getooid in een fel geel hesje met opschrift “Fire Steward” stelde hij zich voor en bracht ons via een gang rechtstreeks naar het veld.
Terwijl we door Chesterfield reden zagen we al de beroemde kerktoren, waar Chesterfield haar bijnaam Spireites aan heeft te danken. Een “spire” is namelijk een kerktoren en Chesterfield heeft een befaamde “wokkeltoren”. Er doen verschillende verhalen de rond waarom deze toren zo gedraaid is. Één ervan is dat de toren zo verbaasd was toen hij hoorde dat er een maagd ging trouwen in zijn kerk, dat hij zich helemaal moest draaien om een kijkje van dichterbij te nemen om te controleren of dat wel echt zo was. De toren zal zich weer terugdraaien als er nog ooit een maand in de kerk gaat trouwen. Een ander verhaal is dat de lokale smid de duivel een nieuw hoefijzer moest aanmeten, maar daarbij verkeerd sloeg. De duivel sprong van de pijn een stuk in de lucht en raakte daarbij de kerktoren, die daardoor ineens gedraaid stond. De meest plausibele verklaring is echter dat op het moment dat de kerk werd gebouwd er door de pest te weinig vakmensen waren. De draai in de toren is daarom gewoon een gevolg van slecht vakmanschap.
Het stadion zag er prima verzorgd uit. Eigenlijk is het stadion een beetje vergelijkbaar met die van Doncaster Rovers, maar dan uiteraard met een overwegend blauwe kleur. Mooi om te zien, al spreek ik de verwachting uit dat we nog wel meer van zulke vergelijkbare stadions op onze tour zullen tegenkomen. De zwijgzame steward keek op z’n gemak rond, terwijl Sebastiaan en Bart de camera opstelde. Uiteraard probeerde ik toch wat informatie uit de man te krijgen en langzaam maar zeker ontstond er toch een soort van gesprek. Toen ik liet ontglippen dat we die ochtend bij Mansfield Town waren geweest, keek hij me wat bozig aan… Die opmerking kon ik maar beter niet meer hardop maken, wist hij me duidelijk te maken. Blijkbaar zit de rivaliteit tussen beide clubs inderdaad behoorlijk diep.
Al snel gooide ik het over een andere boeg en begon ik over de grootte van het stadion. Ik begon over de vergelijking met het oude Saltergate. Het record aantal toeschouwers in dat stadion is ooit boven de 30.000 geweest, terwijl het huidige stadion maar ongeveer 10.000 toeschouwers kan huisvesten. “Waarom is er gekozen voor een kleiner stadion”, was mijn logische vraag. Hij keek me aan alsof ik gek was. Nu schaal ik mezelf niet in de categorie “meest normale personen” in, maar de kwalificatie “gek” ging me ook wat ver. Er waren volgens hem ooit bij een concert misschien ongeveer 17.000 mensen aanwezig, maar dan was het middenterrein ook benut. Het aantal van 30.000 was volgens hem gewoon onmogelijk. Het huidige stadion is echt groter dan Saltergate, wist hij me op het hart te drukken.
De plek waar ooit het oude stadion ‘Saltergate’ stond
Terwijl we al keuvelend in het zonnetje rondkeken, liepen er ook wat spelers heen en weer. Niet dat wij iemand herkende, maar toch wel leuk om ze even te zien. Naast ons werd een interview afgenomen met één van de spelers.
Terwijl we weer door de inmiddels vochtige, beslagen gang terugliepen, liepen de halfnaakte, natte spelers op slippers heen en weer. Blijkbaar liepen we dwars door de kleedkamers heen. Niet dat ons hart sneller gaat kloppen van semi-blote mannen, maar het was toch op z’n minst bijzonder te noemen dat we daar tussen de spelers door liepen.
Toch zat het onze steward wel dwars dat ik beweerde dat er ooit bij een voetbalwedstrijd in het oude Saltergate meer dan 30.000 toeschouwers waren, dus benaderde hij een stokoude man, die waarschijnlijk in 1930 die bewuste wedstrijd als volwassene nog had bijgewoond. Het bleek een soort levende legende te zijn, want toen we later bij de receptie beter keken naar wat foto’s op de wand, zagen we dat deze man inmiddels tot “sir” geridderd was. Aangezien hij ons wist te vertellen dat het inderdaad wel goed zou kunnen dat er in een wedstrijd tegen Tottenham Hotspur zoveel voetbalfans op de tribune zaten, moest ook de steward schoorvoetend toegeven dat de informatie op Wikipedia toch wel leek te kloppen.
Na een bezoekje aan de fanshop, besloten we nog een rondje om het Proact stadion te lopen. Er was nog een heuse Chesterfield FC Memorial Garden ter nagedachtenis aan de spelers die inmiddels niet meer onder ons zijn.
Eigenlijk was het bezoek aan dit stadion er in mijn optiek eentje zoals we er in de toekomst nog veel meer zullen hebben: een nieuw stadion zonder veel historie; een club die nooit op het hoogste niveau heeft gespeeld, net buiten het centrum; het stadion omgeven door een grote parkeerplaats en momenteel zonder bekende voetballers. Misschien dat het kwam door de memorial ground, de mooie ontvangstruimte of heel misschien wel door de ontmoeting met de spelers, maar toch heeft de club iets. Van de eerste 11 clubs die we bezocht hebben, staan ze toch zeker in de top 10!
Stadion #6, Proact Stadium – Chesterfield, Check!
Weer een leuk “stukkie”……..