Het is de zomer van 2007. Het geluid van klotsend water; wadende redders met een boot door de volgelopen straten van het zwaar getroffen Gloucester. Vele dorpen zijn afgesloten van de buitenwereld en ruim 350.000 huishouden zitten zonder drinkwater. Bij velen is de elektriciteit afgesloten. Door extreme weersomstandigheden, waarbij in hele korte tijd onnoemelijk veel water is gevallen, kan het afwateringsysteem haar werk niet meer doen, omdat de grond is doorweekt door de vele regen van de afgelopen tijd. De uiteindelijke schade blijkt circa 8 miljard euro te zijn; het totale dodental als gevolg van de overstromingen is negen.
Ook voetbalclub Gloucester City wordt getroffen. Het stadion Meadow Park, gelegen aan de westkant van de stad Gloucester is getransformeerd tot een vies zwembad. Het water staat bijna tot aan de lat. Noodgedwongen moet de club hun thuiswedstrijden spelen in andere stadions in de buurt. Vanaf 2010 doen ze dat bij het naburige Cheltenham Town. Maar in september 2016 kwam er eindelijk goedkeuring voor de bouw van een nieuw stadion op dezelfde plek, maar dan enkele meters hoger, om dergelijke problematiek in de de toekomst te voorkomen.
Uiteraard wilden wij nog wel een kijkje nemen bij het oude Meadow Park. We kwamen aanrijden op een industrieterrein en hadden veel moeite om de ingang te vinden. Uiteindelijk zagen we een smal paadje, waar een bord de ingang versperde. “Verboden toegang voor onbevoegden”, stond daar op te lezen. Uiteraard stond dat er niet letterlijk, want het zou wel vreemd zijn als er ineens een Nederlandse tekst op het bordje zou staan, maar de strekking was hetzelfde. Desalniettemin stapten wij vakkundig over dat bord heen en vervolgden wij onze weg richting het lager gelegen stadion. We moesten een heel steil stukje afdalen, tussen wat bomen, dode vogels en onwijs veel afval.
Het stadion
Hangend aan wat takken, wisten we beneden te komen, om zo in de hoek van een stadion aan te komen. Natuurlijk wisten we dat we bij een voetbalstadion waren aangekomen, maar qua veld was daar niets van terug te vinden. Het was één grote brij van overwoekerd onkruid, afval en rotzooi. Ongeveer ter hoogte van de middenstip was een grote heuvel ontstaan. De tribunes stonden op instorten en bij elk zuchtje wind waren we bang dat de zwierende reclameborden aan de dakrand zo in onze nek zouden zwieren. In de verte zagen we wat bouwvakkers aan de hoofdtribune werken. Met een grote kraan werd deze voorzichtig uit elkaar gehaald. We zagen ze wel naar ons kijken, maar we werden niet aangesproken, dus vol zelfvertrouwen trachtten wij een rondje te maken langs de lage lange zijde.
Dit kon je nauwelijks een tribune noemen, want dit was alleen een stukje staantribune. De aluminium platen ter beschutting leken elk moment de strijd tegen de wind te gaan verliezen. Stalen buizen lagen op de grond als een ingewikkeld spel mikado. Elektriciteitskastjes lagen verdwaald met opengewaaide deurtjes als eilandjes in een zee van overwoekering. In de hoek van het stadion kwamen bij een ruimte waar waarschijnlijk een kantoor heeft gestaan. Er lagen wat kasten op de grond en heel veel losse planken, waarbij de spijkers uitdagend en gevaarlijk naar de hemel priemden. We waanden ons in een veredeld spookhuis. Aan de korte zijde achter het doel was het niet veel anders. Het pad was nog minder begaanbaar dan aan de lange zijde, mede door de gebroken stenen muurtjes die als legosteentjes de weg versperden.
Inmiddels waren we bij de oude hoofdtribune terechtkomen aan de andere lange zijde. Sommige stoeltjes waren nog redelijk intact; de namen van de toenmalige bestuursleden stonden zelfs nog in de leuning gegraveerd. Er lag veel glas op de stoeltjes, als er überhaupt nog een zitting was. Het oude pershok was door zwervers gebruikt als slaapplek, getuige een smerige matras. De hele tribune leek elk moment te kunnen instorten. We besloten hier onze TLP-foto met de plastic nummers te maken. We waren dichtbij de bouwvakkers en het kan niet anders dat ze ons daar gezien hebben. Toch klonk er geen enkele wanklank. Terwijl ze de restanten van het vergane dak verwijderden, liepen wij door de dichte begroeiing richting de andere grotere tribune aan de korte zijde, als eindpunt van deze toch wel bijzondere ervaring. Van achteren werden we ineens toegeschreeuwd dat het veel te gevaarlijk was om daar te wandelen.
De achtervolging
Geduldig, maar met een lichte beving in de stem, legden we uit dat we Hollandse groundhoppers zijn, die gewoon even dit stadion wilden bekijken. De bouwvakkers leken niet onder de indruk. Dit was verboden terrein, wat de vraag opriep hoe we eigenlijk in de eerste plaats in het stadion terecht waren gekomen. Onze uitleg, waarin we aangaven dat we gewoon vanuit de tegenoverliggende hoek waren gekomen, werd afkeurend aangehoord. Van veraf was de verbazing op hun gezicht te lezen; stonden daar dan geen borden met “verboden toegang voor onbevoegden”? We besloten niet de discussie aan te gaan dat wij vonden dat we wel redelijk bevoegd waren, dus we zwaaiden onze nieuwe vrienden gedag en besloten richting de onofficiële uitgang te vertrekken.
Tot onze schrik kwamen twee mannen echter achter ons aan. We versnelden onze pas om uit de greep van de boze bouwvakkers te blijven. Behendig klauterden Bart & Sebastiaan weer omhoog, terwijl ik ploeterend met mijn (toen nog) 130 kilo schoon aan de haak wanhopig grip probeerde te krijgen aan de angstig dunne takjes, die mij moesten helpen de dode vogels te ontwijken. Terwijl mijn vrienden al bijna bij de auto waren, voelde ik de hete adem van mijn achtervolgers in mijn nek.
Met een laatste krachtige inspanning, waarbij ik mijn toch al geblesseerde kuitspier helemaal finaal afscheurde, strompelde ik als een veredelde walrus op het hoger geleden gebied. Ik begaf me zo snel mogelijk naar de auto, waar Sebastiaan en Bart al stonden te wachten. Terwijl de mannen steeds dichterbij kwamen en schijnbaar veel makkelijker naar boven waren geklommen dan ik, startte ik onze huurauto, om met gierende banden weg te rijden. De rook van het rubber op het asfalt achter ons latend, scheurde ik de eerste bocht door, niet beseffend dat Sebastiaan zijn deur nog niet eens had kunnen dichtdoen. We waren weer onderweg! Over een paar jaar gaan we wel weer richting Meadow Park, maar dan hopelijk om een 22 voetballers een bal te zien trappen.
#17, Meadow Park, Gloucester City, Check!
Wat een avontuur weer…..of is het voor het verhaal een beetje aangedikt? Wel weer een leuk stukje om te lezen!