Het was een winderige, koude ochtend in november. De herfst ging al nadrukkelijk over in de winter, al probeerde de zon toch wat stralen te werpen op drie Nederlanders die zojuist uit hun gehuurde auto stapten bij het stadion van Southport FC. De rollen prikkeldraad op de oude buitenmuur beloofde weinig goeds. Wat weifelend zoekend naar een mogelijke entree, vonden we een verlaten ingang in de hoek van Haig Avenue. Een BMW voor de tribune verraadde de aanwezigheid van minstens één persoon.
Aan de staantribunes te zien is het wel begrijpelijk dat één van de bijnamen van Southport FC “the yellows” is. Het behoeft geen betoog dat vele clubs een bijnaam hebben, refererend aan de clubkleuren. Of het nu “the reds”, “the blues” of “the whites” zijn; er zijn vaak meerdere clubs die deze onoriginele bijnaam hebben. De bijnaam “the Port” is voor de plaatselijke trots van Southport ook makkelijk te verklaren, maar getuigt ook van weinig originaliteit. Hartlepool United wordt “the Pool” genoemd en Solihull Moors zijn “the Moors”. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.
Toch heeft Southport een prachtige bijnaam in het Engelse voetbal: “the sandgrounders”. Deze naam vindt zijn oorsprong in het feit dat de stad Southport volledig op zand is gebouwd. De club draagt de naam ook met trots. Opgericht in 1881 als opvolger van een mislukte poging tot een rugbyclub, spelen ze al sinds 1905 op Haig Avenue. Het complex zag er dan ook niet erg nieuw uit. Toch had het wel z’n charme.
Het is ons al vaker opgevallen dat we in de lagere niveau’s van ons project vaak zomaar door kunnen lopen, zonder dat iemand ons aanspreekt. Ook nu konden we ons rondje om het veld probleemloos maken, terwijl we foto’s maakten en de tribunes beklommen. Pas nadat we driekwart van het stadion hadden gehad en net de Jack Carr Stand (vernoemd naar een populaire voorzitter van de club) hadden gepasseerd, kwam een Engelsman naar ons toe om te vragen wat we hier deden. Nadat we aan deze terreinknecht hadden uitgelegd wie we waren en wat ons project behelst, kregen we een vrije doortocht langs de hoofdtribune. Deze “Grandstand” werd in 1968 geopend, nadat op “boxing day” 1966 de oude houten tribune afbrandde na een wedstrijd tegen Wrexham. De 1-0 overwinning was derhalve al snel vergeten, aangezien de meeste bezittingen van de club, inclusief alle voetbalkleding in vlammen was opgegaan. Alleen de kluis wist de brand te overleven.
Desalniettemin heeft Southport best een rijke historie, aangezien ze vanaf 1921 tot 1978 in de Football League hebben gespeeld. Nadat ze in 1978 niet werden herkozen na drie keer op rij 23e te zijn geworden van de 24, wisten ze ook nooit meer op sportieve basis terug te keren en schommelden ze steeds tussen het vijfde en zesde niveau. Na de laatste degradatie in 2017 werden ze in het seizoen van ons bezoek slechts 15e in de National League North. Vrij matig voor een degradant, maar exemplarisch voor de geringe niveauverschillen in de Engelse voetbalpiramide.
Bij het verlaten van Haig Avenue liepen we nog langs de gesloten clubshop: Sandgrounder. Hoewel het overduidelijk is dat het bord boven de houten keet aan vervanging toe is, ben ik blij dat het er nog steeds hangt. In mijn optiek is het een mooie symboliek voor de club Southport: oud, vasthoudend aan het verleden, maar daarom prachtig voor The League Project.
#37 Merseyrail Community Stadium, Southport FC, check!