Als je een dag voor het stadionbezoek aan Birmingham City hard hebt staan juichen voor Aston Villa in de Second City Derby tegen hun stadsrivaal (4-2), voelt het toch een beetje vreemd om bij de Blues aan te kloppen voor een stadionbezoek. Toen Maikel Kieftenbeld een contract tekende bij de Blues werd er dan ook gezegd: “And now you have to hate Villa”. Het typeert de rivaliteit. Een tikkeltje schuldbewust meldden we ons bij de receptie, waar we mochten vragen naar Tom Bishop, die ons een rondleiding zou geven door het blauw ogende stadion van de plaatselijke City. Het werd uiteindelijk een andere collega, die ons heel enthousiast een uitgebreide rondleiding gaf, waardoor we toch steeds meer een prettig gevoel kregen.
Op het eerste oog heeft St. Andrews niet de grandeur van Villa Park, maar als je nagenoeg overal in het stadion mag rondkijken en rondlopen, krijg je toch een steeds positiever beeld. Het enthousiasme van de jonge stagiair helpt daarbij natuurlijk wel. De zon deed zelfs een dappere poging om door het wolkendek heen te breken. Op het oog zou je niet meteen denken aan het een stadioncapaciteit van circa 30.000 bezoekers, maar omdat we overal mochten komen, bleek het stadion toch wel groter dan we dachten. Als veelvuldige groundhoppers hebben we door de jaren heen inmiddels veel stadions gezien. Op vergelijkbare en lagere niveaus hebben we stadions bezocht die veel nieuwer, schoner en moderner zijn dan St. Andrews. Al meer dan een eeuw is het de thuisbasis van Birmingham City FC, viervoudig kampioen van het tweede niveau in Engeland en regelmatig deelnemend aan het hoogste niveau in Engeland. Dat is echter wel al een decennium geleden. De club is een grote naam, maar toch kun je niet de gedachte uit je hoofd zetten dat de club eigenlijk een mooier stadion verdient. Toegegeven, het is niet de beste buurt van Birmingham, maar met al het geld dat rondgaat in het Engelse voetbal, zou je verwachten dat het stadion wel een opknapbeurt zou verdienen. We mogen niet klagen, want hoe vaak verfoeien wij niet de dertien-in-een-dozijn stadions, die om de haverklap uit de grond worden gestampt? Maar het idee blijft sluimeren, terwijl we door weer een smal gangetje struinen, terwijl onze gids honderduit vertelt over zijn club.

Toch heeft het stadion wel een goede naam, want het is de locatie geweest voor diverse internationale jeugdwedstrijden, halve finales van de FA-Cup, alsmede finales van kleinere competities. Misschien is dat juist de uitgelezen mogelijkheid voor ons, om ook het stadion te zien tijdens een wedstrijd, waarbij de 22 spelers op het veld hartstochtelijk worden toegejuicht door de fans. Maar ook een thuiswedstrijd van Birmingham City zal een belevenis zijn, want de club voelt zich verbonden aan hun supporters en de supporters voelen zich verbonden aan de club. Eigenlijk hoort St. Andrews Stadium wel bij zo’n echte volksclub en is het terecht dat we tijdens de rondleiding overal kabels zien liggen, afgebladderde verf proberen terug te duwen op de muren en soms het gevoel hebben dat we dertig jaar terug zijn gegaan in de tijd. We hebben het vaker gezien en daarvan genoten, maar nog niet eerder bij zo’n relatief grote club.



Weemoedig kijken we bij het vertrek nog een keer over onze schouder en bezien het blauwe gevaarte vanaf de troosteloze parkeerplaats nog een laatste keer, beseffend dat we hier echt nog wel een keer gaan terugkeren, omdat het wel hoort in het Engelse voetballandschap. En toch blijft het gevoel nog een beetje knagen…






#62 St. Andrew’s Stadium, Birmingham City, check!