Het gaat nu opschieten! Over twee weken staat onze eerste trip richting Engeland gepland. De voorbereidingen zijn in volle gang en mede daardoor worden we per dag enthousiaster en enthousiaster. Dat komt ook zeker door de hartverwarmende reacties die we van de Engelsen hebben gekregen. Bart is druk bezig om onze website te optimaliseren en ik heb de planning inmiddels ook zo goed als af en niet geheel onbelangrijk: de voetbaltickets voor Sheffield United tegen de kersverse winnaar van de Johnstone Paint Trophy Barnsley zijn ook geboekt.
De oorspronkelijke bedoeling was op vrijdag 22 april te vertrekken, maar inmiddels hebben we besloten om op donderdagochtend 21 april vanaf Schiphol naar Manchester te vliegen. We landen om 10.15 uur lokale tijd. Vanaf daar in een gehuurde auto een roadtrip van ca. 1,5 uur richting de stad van staal: Sheffield. Omdat we pas om 14.00 kunnen inchecken in ons stulpje, rijden we meteen door Hallam FC, om daar het “stadion” te bewonderen waar op tweede kerstdag 1860 de eerste voetbalwedstrijd werd gespeeld. Waarschijnlijk is dit ook de reden dat er tot op heden nog steeds op “Boxing Day” gespeeld wordt. De Engelsen houden natuurlijk van traditie. Ruim 155 jaar geleden gingen Sheffield FC en Hallam FC met elkaar de strijd aan. Sheffield FC wist deze wedstrijd te winnen met 2-0. Ondanks dat deze wedstrijd als eerste voetbalwedstrijd wordt gezien, moeten we het absoluut niet gaan vergelijken met de huidige voetbalwedstrijd, zoals wij deze heden ten dage kennen.
Sowieso was het niet elf tegen elf, maar zestien tegen zestien. Pas in 1871 stonden er 22 mensen op het veld. Toen in 1857 de “Sheffield Rules” ontstonden waren de regels heel anders. Het concept “hands” was in de beginjaren sowieso nog volledig onbekend. Sterker nog, in de officiële Sheffield Rules stond: “de bal mag worden geduwd of worden geslagen met de hand, maar het vasthouden van de bal (met uitzondering van een vrije trap) is niet toegestaan.” In januari 1860 besloot men wel dat de handen eigenlijk helemaal niet gebruikt mogen worden, behalve bij een vrije trap. De eerste jaren was er bijvoorbeeld ook geen keeper. Iedereen in de buurt van het doel mocht de bal met de handen wegwerken. Pas in 1871 werd de keeper geïntroduceerd. Overigens gebruik ik het woord “doel”, maar je moet niet denken dat er een lat was. Het waren gewoon twee rechtopstaande palen. Het deed allemaal nogal “rugby-achtig” aan, want ook een ingooi mocht jarenlang alleen haaks op de zijlijn worden ingegooid, zoals we dat nu nog steeds bij rugby zien.
Het “stadion” van Hallam FC
De voetbalregels ontwikkelden zich in die jaren stormachtig, omdat ze in Londen varianten begonnen te spelen. In 1866 werd voor het eerst besloten dat een wedstrijd 90 minuten zou moeten duren.
Een paar jaar later (in 1871) speelde de Sheffield Association tegen de London Association (nu de FA) voor het eerst tegen elkaar. Beiden hadden nog niet geheel dezelfde regels. Zo deden de hoofdstedelingen heel lacherig over het feit dat ze in Sheffield ook de bal koppend beroerden. Overigens kon de ploeg uit Sheffield na de wedstrijd hard teruglachen: 3-1 winst. Die wedstrijd werd overigens op Bramall Lane gespeeld, het oudste stadion ter wereld waar nog profvoetbal gespeeld wordt en natuurlijk ook het stadion die wij als eerste zullen bezoeken, aangezien dat dit de thuishaven is van Sheffield United.
Nadat we dit van nostalgie bulkende uitstapje hebben gemaakt, gaan we inchecken bij ons huis voor de komende vier dagen. Vrij snel daarna zullen we doorrijden naar het oosten om een bezoek te brengen aan Gainsborough Trinity FC. Uiteraard vertel ik veel mensen om mij heen over the league project, maar zelfs de meest doorgewinterde voetbalfan fronst de wenkbrauwen bij het horen van deze naam, gevolgd door een schouderophalend “ik-heb-nog-nooit-van-deze-club-gehoord” en een meewarige blik. Uiteraard mogen we dat niemand kwalijk nemen. Deze, door een pastoor in 1873 opgerichte club, speelt namelijk op het zesde niveau in Engeland, te weten in de National League North. Toch kijk ik persoonlijk enorm uit naar een bezoek aan deze club. Sowieso vanwege de prachtige naam, maar vooral toch ook door het enthousiasme van de medewerkers van de club.
Op voorhand heb ik alle clubs die we dit weekend willen bezoeken een mailtje gestuurd, waarin ik aangeef wie we zijn en wat onze doelen zijn. Ik vraag vriendelijk of wij het stadion mogen bezoeken op donderdagavond of vrijdag, of er in het verleden & heden nog Nederlanders bij de club betrokken zijn (los van wat iedereen op internet kan vinden) en of ze misschien nog een voetbalsjaaltje over hebben om te doneren aan drie enthousiaste Nederlanders. Natuurlijk reageert lang niet elke club, maar Gainsborough Trinity FC reageerde dezelfde avond nog. Niet in de persoon van een ongeïnteresseerde stagiaire die toevallig die avond kantinedienst draaide, maar ik kreeg meteen een reactie van niemand minder dan Richard Kane, de voorzitter van de club. Hij vond het een leuk idee en wist me te vertellen dat ze het oudste voetbalveld ter wereld hebben waar één ploeg onafgebroken op speelt. We zouden contact houden om een datum en tijd af te spreken.
De volgende dag kreeg ik ook meteen een reactie van David Tinsley, de secretaris van de club. Hij zou gaan uitzoeken over Nederlandse connecties zijn en wenste ons succes met onze uitdaging. Je hoopt op voorhand wat reacties te krijgen, dus ik was al enorm blij met de reactie van beide heren. Maar eigenlijk begon het toen pas. David had mijn mail inmiddels namelijk doorgestuurd naar diverse andere mensen met het verzoek een stukje op hun website te plaatsen. Vervolgens kreeg ik een reactie per mail van Rob Hughes of ik een stukje wilde schrijven voor die website en ook voor het programmaboekje van hun eerstvolgende thuiswedstrijd. Inmiddels hadden ze intern al contact gehad en besloten om met ons een fotoshoot te doen in het stadium, voorzien van voetbalsjaaltjes en een feestelijk drankje. Dit wilden ze nadien ook weer op hun website plaatsen. Net toen ik dacht dat het niet gekker kon, kreeg ik een email van Rob Makepeace van BBC Radio Lincolnshire. Hij wilde een telefonische afspraak maken om een radio-interview met mij te doen. Het werd mij allemaal te bizar, maar ik was als een kind zo blij. Maar natuurlijk is het onwijs geweldig om zo enthousiast te worden ontvangen, maar in alle eerlijkheid: we zijn maar gewoon drie hele normale, simpele jongens uit Nederland die wat stadions in Engeland willen bezoeken. Uiteraard heb ik wel meteen gevraagd of ze exemplaren van de programmaboekjes apart willen houden. Tevens wil ik natuurlijk ook opnames van het interview, al neig ik naar een week lange opsluiting in een klooster om mijn Engels bij te spijkeren. Ik ben niet onzeker over mijn Engels, maar voor de BBC Radio wil je niet afgaan. Aan de andere kant zijn ze in Engeland het steenkolen-Engels van Louis van Gaal gewend, dus veel slechter zal het niet zijn. I don’t want to fall with the door in house, but I will let them smell a little shitty.
We hebben om 16 uur Engelse tijd afgesproken met Gainsborough en gezien alle ontstane commotie is het moeilijk in te schatten hoe lang dit bezoek zal duren. Als ik op internet hun stadion bekijk, zal het in ieder geval geen wandeling van 1,5 uur worden, want die ene rechtopstaande tribune ter hoogte van de middellijn hebben we in 5 minuten ook wel gezien. Desalniettemin een bezoek waar we vol verwachting naar uitkijken.
Op de terugweg naar Sheffield willen we nog even langs Doncaster Rovers rijden. Deze ploeg uit de League One heeft niet gereageerd op mijn email, dus de verwachting is dat we het Keepmoat Stadium alleen vanaf de buitenkant kunnen bewonderen. Dit stadion is sinds 2007 in gebruik, maar het ligt vlakbij het oude stadion Belle Vue, waar ze sinds 1923 hebben gespeeld. Waarschijnlijk is dit nu vooral nog een lege vlakte, maar het kan de moeite waard zijn om het even te zien. Ik denk dat we aan het eind van die eerste dag al behoorlijk bekaf zullen zijn, dus wellicht nog een drankje in de stad, maar de volgende dag staat er weer een volle dag gepland.
Gainsborough Trinity was namelijk niet de enige ploeg die had gereageerd op de emails. Ook Mansfield Town (League Two) reageerde al heel snel in de persoon van Sam Murphy. Deze Australiër begon als een soort stagiair bij de club en werkte twee periodes voor deze club. Uiteindelijk is hij teruggegaan naar Australië, alwaar hij ging werken voor Brisbane Roar Football Club. Ondanks het feit dat dit een topclub is (kampioen in 2011, 2012 en 2014; in Nederland vooral bekend door de voetballers Pieter Collen (o.a. Feyenoord), Sergio van Dijk (o.a. Helmond Sport), Stef Nijland (o.a. Groningen en PEC), Thomas Oar & Michael Zullo (beiden FC Utrecht)), was Sam heel blij toen hij een telefoontje vanuit Mansfield kreeg. Of hij “ticket office manager” wilde worden bij zijn toch wel grote liefde Mansfield Town. Nu is hij dus bezig aan zijn derde periode bij de club. Hij reageerde enthousiast en wilde graag persoonlijk een rondleiding geven door The One Call Stadium. Ook hij ging achter de Nederlandse connecties aan en kon inderdaad alleen Arjan van Heusden en Gus Uhlenbeek vinden. Hij zou ook nog uitzoeken of hij een sjaaltje kon regelen. Inmiddels hebben we over en weer een paar mailtjes gestuurd, dus dat zal wel gezellig worden.
Blijkbaar is het hebben van iets heel ouds wel een dingetje in die regio. We hebben inmiddels begrepen dat Sheffield FC de oudste club is, Hallam FC het oudste voetbalveld heeft, Sheffield United het oudste stadion heeft waar profvoetbal gespeeld wordt en dat Gainsborough Trinity de oudste “single player ground” heeft. Mansfield Town is weer heel trots op het record dat zij hebben. Hun voetbalveld Field Mill is namelijk het oudste voetbalveld waar nog profvoetbal gespeeld wordt. Je verwart dit natuurlijk makkelijk met het record van Sheffield United, maar de eerste jaren van Bramall Lane bestonden uit cricket wedstrijden. Pas in 1962 werden daar voetbalwedstrijd gespeeld, terwijl ze in Mansfield al in 1961 voetbalwedstrijden afwerkten. Om even volledig te zijn: de oudste profclub ter wereld is Notts County, maar die bezoeken we een andere keer.
We hebben met Sam afgesproken op vrijdag 22 april om 10.30 uur, dus voor die tijd kunnen we op ons gemak nog even langs Sheffield FC rijden. Ook het stadion van Chesterfield ligt op die route. Aangezien die club verder niet heeft gereageerd op mijn email, verwacht ik dat we daar voor een gesloten deur zullen staan. Natuurlijk maken we ook even een stop bij het oude stadion Saltergate, maar volgens mij is daar nog minder te zien dan bij het oude stadion van Doncaster Rovers. Maar ja, als je er toch in de buurt bent. Hoofddoel blijft natuurlijk het Proact Stadium wat pas sinds enkele jaren de thuisbasis is van Chesterfield. Vervolgens rijden we dus door naar hun grote rivaal Mansfield Town.
Na dat bezoek, richten we onze blik op Alfreton Town, ten westen van Mansfield. Deze club speelt op hetzelfde niveau als Gainsborough Trinity, dus stiekem hoopte ik wel een beetje dat zij ook wel heel enthousiast zouden reageren op mijn mailtje, maar helaas geen reactie. Dat neemt niet weg dat we daar natuurlijk wel gaan kijken. Vanaf daar rijden we een heel stuk naar het noorden richting Barnsley. Op de weg daar naar toe stoppen we uiteraard bij Rotherham United. Ook zij hebben een oud stadion wat vlakbij het nieuwe stadion ligt, dus die verschillen gaan we ook even bekijken. De laatste plaats die we aandoen voordat we weer richting Sheffield gaan is Barnsley. De League One club zullen we de volgende dag live in actie gaan zien, maar wel in een ander stadion.
En dan zou je verwachten dat de dag er onderhand wel op zou zitten, mede gezien het feit dat we richting Sheffield terugrijden, maar niets is minder waar. Natuurlijk moeten we gaan kijken bij Sheffield Wednesday, één van de grootste clubs van Engeland, ook al spelen ze niet op het hoogste niveau. Toch zijn ze een paar keer kampioen geworden en staan ze hoog in de ranglijsten aller tijden. Opgericht als cricketclub “The Wednesday”, simpelweg omdat de cricketclub altijd op woensdagen speelde. Later werd de naam gewijzigd naar Sheffield Wednesday, een club met een prachtige historie, maar ook een club die een hoofdrol speelde in één van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de club. Hierover zal ik later ongetwijfeld nog wel wat schrijven, maar in 1989 vond in Hillsborough een stadionramp plaats, die zorgde voor een ongelooflijke ommekeer in het Engelse voetbal en indirect de inleiding was van wat nu de populairste competitie ter wereld is: de Premier League. Helaas ook van deze club geen reactie gehad, maar ik kan me zo voorstellen dat zij heel veel aanvragen krijgen.
Wel heel leuk dat Sheffield United vorige week nog wel reageerde. Eigenlijk had ik al niet meer gerekend op een reactie, maar Dave McCarthy leek het “great” plan om ons te ontvangen en bedankte me meerdere malen voor de email. Dus onze voetbaldag verwachten we die dag te beëindigen in het inmiddels veel genoemde Bramall Lane, het stadion waar we de volgende dag ook zullen zitten.
Die zaterdag wordt ongetwijfeld ook een enorme belevenis. De kaartjes zijn inmiddels binnen voor de wedstrijd Sheffield United – Barnsley die om 12.30 uur zal beginnen. Vermoedelijk staan we dus om 09.00 uur in de ochtend al in één of andere louche pub schuimloze pinten weg te tanken tussen een stel kansloze hooligans, die hun hele leven wijden aan deze club. Wat ik veelal las over het Engelse voetbal is toch wel de beleving en de passie van de club; daar is de wedstrijd van 90 minuten slechts een onderdeel van de gehele dag die in het teken staat van je club. Ik kan nu veel verwachtingen op papier zetten, maar dat ga ik natuurlijk niet doen. Dat komt wel als we terug zijn en echt over onze ervaringen kunnen praten. We zien dus wel wat die zaterdag brengt.
Zondagochtend vertrekken we weer met ons autootje naar Manchester om terug te vliegen naar Nederland. Oorspronkelijk was het plan dat we zondagavond zouden terugvliegen, maar aangezien onze Nederlandse club Feyenoord ineens weer in een bekerfinale staat, moesten we de vlucht natuurlijk even omboeken om zondagavond de finale te bekijken. Sebastiaan hoopt er live bij te zijn, terwijl Bart en ik in Pathé Schouwburgplein de wedstrijd in een bioscoopzaal gaan bekijken. Bij winst trekken we natuurlijk ook nog even richting de Coolsingel om uiteindelijk zeer, zeer, zeer vermoeid ons bedje in te stappen. Gelukkig heb ik de maandag al vrijgenomen van mijn werk… 😉